Gedichten door B.G. de Boon
Ze kon bijna niet lezen en schrijven Ze was wat men noemde een beetje dom Maar k,wilde altijd bij haar blijven Van haar hoorde je geen gegrom Ze was moe en oud maar ook stil En als je verder keek dan haar bril Zag je haar wijsheid haar liefde zo zacht Iemand die vanuit die liefde placht Om zonder woorden jou een dienst te bewijzen MIJN OMA Als je je pen z,n gang laat gaan Komt er soms het gekste te staan Waar ik me dikwijls over verbaas Soms is het net een beetje turen Naar de woorden die dwaas En stiekum om de deur van je hart komen gluren Als magen eens konden praten Scholden ze hun bazen stijf Want wat die tegenwoordig moeten verwerken Dat wil een gier nog niet in z,n lijf Arme satan Hij krijgt altijd de schuld Want we zijn vaak zo laf En van egoisme vervuld Dat hij onze eigen fouten Ook maar nemen moet Christus is geboren Zo.n kindje kan ons wel bekoren Maar is het wel zo als wij zeggen? Liet Hij zich niet in doeken leggen Opdat wij eindelijk zouden weten Hoe Gods Zijn en Werken heten? Want Hij was toch altijd En ook nu in dit leven Tot in der eeuwigheid Werd Hij geen mens, omdat wij dom Steeds riepen Heer Jezus kom En kwam Hij niet in arrenmoede Om ons te leren met zijn leven Dat als je steeds weer op je hoede Voor vriend en